Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD4708

Datum uitspraak2001-10-19
Datum gepubliceerd2001-10-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers164202/KG ZA 01-1170
Statusgepubliceerd


Uitspraak

A R R O N D I S S E M E N T S R E C H T B A N K T E R O T T E R D A M Zaak-/rolnummer: 164202/KG ZA 01-1170 Uitspraak: 19 oktober 2001 VONNIS van de president in kort geding in de zaak van: de GEMEENTE SCHIEDAM, zetelend te Schiedam, eiseres, procureur mr. O.E. Meijer, advocaat mr. J.C.G. Franken, - tegen - de stichting STICHTING SAMENWERKENDE SCHIEDAMSE EN VLAARDINGSE ZIEKENHUIZEN, gevestigd te Rotterdam, gedaagde, procureur mr. J. Tarmond, advocaat mr. F.J. Perquin te Nijmegen. Partijen worden hierna verder aangeduid als “de Gemeente” respectievelijk “SSVZ”. 1. Het verloop van het geding Dit blijkt uit de navolgende, door partijen ter vonniswijzing overgelegde stukken: dagvaarding; pleitnotities en producties van mr. Franken; pleitnotities en producties van mr. Perquin; aanvullende pleitnotities van mr. Franken. De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten nog nader toegelicht. 2. De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast. 2.1 Het Schieland ziekenhuis te Schiedam en het Holy ziekenhuis te Vlaardingen hadden eind tachtiger jaren ieder plannen voor ingrijpende renovaties van de bestaande ziekenhuisgebouwen. Op initiatief van de toenmalige staatssecretaris van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur zijn deze renovatieplannen ingetrokken en hebben de gezamenlijke besturen gekozen voor een nieuwbouw fusie-ziekenhuis. 2.2 Bij brief van 25 oktober 1991 deelt algemeen directeur L.A. van Eijk namens het Schieland ziekenhuis en het Holy ziekenhuis aan de Gemeente onder meer het volgende mede: “Zoals eerder in onze correspondentie met het College van B.& W. is aangekondigd, zal door het Schieland Ziekenhuis en het Holy Ziekenhuis een locatiestudie worden gestart ten behoeve van een nieuwbouwziekenhuis in deze gezondheidsregio met een omvang van 605/635 bedden. Wij hebben hiervoor het bureau Zandvoort Ordening & Advies bv ingeschakeld. Binnen de afspraken en mogelijkheden die wij op provinciaal en ministerieel niveau aan het afronden zijn, is naast zorgvuldigheid, snelheid van groot belang. Begin volgende week zal de heer Ir. J.C. Vogelij, directeur van het bureau Zandvoort met u contact opnemen voor een kennismakingsgesprek, waarin tevens de eventuele stappen ter verwerving van de nodige informatie kunnen worden besproken. Wij hopen, dat de locatiestudie binnen één maand kan worden afgesloten, waarbij wij ons realiseren dat dit een intensieve inzet van alle betrokkenen vraagt. Wij vertrouwen, dat wij op uw medewerking kunnen rekenen.”. 2.3 Op verzoek heeft de Gemeente in dat kader een aantal potentiële locaties in Schiedam aangedragen, waaronder de locatie Nieuwland, gelegen tussen de Damlaan, de Poldervaart en het spoor. 2.4 Het locatieonderzoek is in december 1991 uitgevoerd. Blijkens een rapport van stedebouwkundig bureau Zandvoort Ordening & Advies (hierna: Zand-voort), door de fuserende ziekenhuisdirecties gekozen omdat het geen be-langen heeft in de gemeenten Schiedam en Vlaardingen, tesamen het zoek-gebied vormend, zomede omdat het beschikt over de expertise die voor een integrale advisering nodig is, oordeelt Zandvoort dat de locatie Nieuwland “duidelijk de beste plaats is voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis”. Zandvoort komt vervolgens tot de volgende eindconclusie: “Wij adviseren de locatie Nieuwland als vestigingsplaats voor het nieuw te bouwen ziekenhuis”. 2.5 Conform het externe advies van Zandvoort is door de besturen van beide ziekenhuizen gekozen voor de locatie Nieuwland als (bouw)lokatie voor het nieuwe ziekenhuis. Dit besluit is op 12 december 1991 door middel van een persbericht kenbaar gemaakt. In dat persbericht is tevens medegedeeld “dat één dezer dagen het voornemen tot besluit inzake fusie door beide besturen zal worden ondertekend”, zomede ”dat op korte termijn met de Gemeente Schiedam nader overleg zal worden gevoerd over de verder te nemen stappen”. 2.6 Op 9 juli 1992 vond een bijeenkomst plaats tussen een ambtelijke afvaardi-ging van de Gemeente en SSVZ, de inmiddels gefuseerde ziekenhuisbesturen. Blijkens het verslag daarvan is de stand van zaken besproken en zijn gefaseerde ontwikkelingsplannen ter tafel gekomen. Afgesproken werd dat in een volgende bijeenkomst aan de orde zou komen of gereed zal zijn: de stedebouwkundige layoutschets van Gemeente (inclusief nadere uitwerking van aanwezige peilhoogten), met daarop aangegeven de stedebouwkundige randvoorwaarden; een maatvaste ondergrond met waterpassing; een kaart van de aanwezige kabels en leidingen in een ruimere om-geving; gegevens van eerdere bodemonderzoeken; een indicatief gesprek, met mogelijke taakverdelingen over de eigendomsverhoudingen; bekende grondmechanische gegevens. 2.7 In september 1992 heeft de Gemeente bedoelde stedebouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden voor het te bouwen nieuwe regionale ziekenhuis nabij station Nieuwland, op papier gezet. 2.8 Op 12 januari 1993 vond een bespreking plaats tussen partijen inzake het nieuwe Nieuwlandziekenhuis. Blijkens het daarvan opgemaakte verslag zijn afspraken gemaakt gericht op verdere planontwikkeling, meer in het bijzonder over: grondzaken, stedebouwkundige randvoorwaarden, bestemmingsplanprocedure, het oude Schieland ziekenhuis (herbestemmingsmogelijkheden), vooroverleg met de NS en de medezeggenschapscommissie. 2.9 Op 3 september 1993 hebben B & W van de Gemeente aan de gemeenteraad het voorstel gedaan om ten behoeve van grondverwerving op de beoogde locatie een krediet te verstrekken van f 600.000,-. Bij besluit van 13 september 1993 heeft de gemeenteraad dit voorstel gehonoreerd. 2.10 Blijkens het desbetreffende verslag van de bespreking inzake het nieuwe Nieuwlandziekenhuis tussen (vertegenwoordigers van) partijen is op 22 april 1994 van de zijde van SSVZ medegedeeld “dat de nieuwbouw in principe doorgaat” en is besloten dat begin 1995 een definitief programma van eisen zou zijn opgesteld ; voorts werd de verwachting uitgesproken dat het Rijk begin 1996 de verklaring voor goedkeuring van nieuwbouw zou afgeven. 2.11 Bij brief van 5 oktober 1995 heeft Minister Borst laatstbedoelde, goedkeurende verklaring afgegeven. 2.12 Bij brief van 11 april 1996 deelt SSVZ aan de Gemeente het volgende mede: “Op 5 oktober 1995 heeft de stichting Samenwerkende Schiedamse en Vlaardingse ziekenhuizen van het ministerie van VWS de verklaring voor de realisatie van de nieuwbouw van het fusieziekenhuis ontvangen. Conform het externe advies is door de besturen van beide ziekenhuizen gekozen voor de lokatie Nieuwland als (bouw-) lokatie voor het nieuwe ziekenhuis. De bestemming conform het vigerende bestem- mingsplan laat echter geen bouw van een ziekenhuisfunctie op de betreffende loka- katie toe. Ik verzoek u daarom vriendelijk de noodzakelijke procedures in gang te zetten om tot een bestemmingswijziging te komen, zodat de SSVZ in het voorjaar van 1999 met de bouw een aanvang kan maken. Graag overleggen wij met u met betrekking tot de opbouw van de ziekenhuislokatie over de randvoorwaarden en uitgangspunten van het programma van eisen en het concept structuurplan, dat naar verwachting in het eerste kwartaal 1997 gereed zal moeten zijn.”. 2.13 Op 25 september 1996, 27 maart, 24 april, 26 juni en 17 juli 1997 hebben partijen onder meer gesproken over de grondverwerving, de daarbij behorende exploitatierekening, en de ambtelijke voorbereiding van de bestemmingsplanprocedure. In laatgenoemde vergadering heeft SSVZ haar definitieve keuze voor een architect kenbaar gemaakt. 2.14 Bij brief van 16 februari 1998 heeft het College voor ziekenhuisvoorzieningen bedoeld programma van eisen aanvaardbaar geoordeeld en minister Borst geadviseerd het programma van eisen goed te keuren. Een en ander gebeurde op aanvraag van SSVZ, welke betrekking had op de nieuwbouw van een fusieziekenhuis te Schiedam. 2.15 Voorgenoemde ambtelijke voorbereiding van de bestemmingsplanprocedure heeft geresulteerd in gezamenlijk overleg met de Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Vervoer op 15 juni 1998 en 30 december 1998. 2.16 Blijkens een daarvan opgemaakt verslag is naar aanleiding van commissie-vragen over de locatiekeuzen, tijdens een bespreking tussen partijen op 4 juni 1999 opgemerkt “Locatiekeuze: keuze is gemaakt; geen discussie meer.”. Tijdens die bespreking zijn ook 18 werkafspraken gemaakt. 2.17 Bij brief van 8 september 1999 deelt SSVZ aan de Gemeente het volgende mede: “Ingevolge uw verzoek bevestigen wij hierbij onze uitspraken zoals gedaan tijdens de vergadering van de Raadscommissie ROVV van 31 augustus 1999. De stichting SSVZ zal de financiering en de explolitatie van de gebouwde parkeer- voorziening verzorgen. (….). De stichting SSVZ zal meewerken aan een kostenneutrale grondexploitatierekening van de percelen waarop de nieuwbouw van ziekenhuis en parkeergarage zullen worden gevestigd. Binnen de exploitatiekosten gaat het daarbij om de standaardvoorzieningen zoals die rechtstreeks samenhangen met de vestiging van het ziekenhuis. Uiteraard zijn bijzondere onderwerpen zoals bijvoorbeeld het eventueel opwaarderen van de ecologische zone hier niet onder begrepen. Middels een voor beide partijen transparante open boekhouding zal de kostenneutraliteit bewaakt worden (…).”. 2.18 Bij besluit van 2 oktober 2000 heeft de gemeenteraad van Schiedam, op voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 2001, het bestemmingsplan “Ziekenhuis 1999” vastgesteld. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben bij besluit van 8 mei 2001 dit plan goedgekeurd. Bij beslissing van 11 september 2001 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij wijze van voorlopige voorziening laatstbedoeld besluit geschorst. 2.19 Bij brief van 24 september 2001 deelt SSVZ aan de Gemeente onder meer mede dat SSVZ af ziet van nieuwbouw op de locatie Nieuwland. 3. De vordering en de grondslag daarvan De Gemeente vordert dat de president, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, primair: SSVZ gelast tot alle noodzakelijke medewerking aan de nakoming van de met de Gemeente gemaakte afspraken tot nieuwbouw van het ziekenhuis op de locatie Nieuwland te Schiedam, in het bijzonder aan de tot 28 augustus 2001 ten behoeve van bedoelde nieuwbouw lopende vergunnings- en ontheffingsprocedures en de tussen partijen bestaande projectgroep; subsidiair: SSVZ gebiedt tot alle noodzakelijke medewerking aan de besprekingen en onderhandelingen ten behoeve van afspraken met eiseres tot nieuwbouw van het ziekenhuis op de locatie Nieuwland, in het bijzonder aan de tot 28 augustus 2001 ten behoeve van bedoelde nieuwbouw lopende vergunnings- en ontheffingsprocedures en de tussen partijen bestaande projectgroep, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van SSVZ in de kosten van deze procedure. 3.1 Naast de hiervoor vermelde vaststaande feiten en de in de dagvaarding opgenomen stellingen legt de Gemeente aan deze vordering(en) in essentie ten grondslag de stelling dat in de afgelopen tien jaar zodanig duidelijke en vergaande afspraken met SSVZ zijn gemaakt, dat SSVZ in de gegeven situatie niet eenzijdig op die afspraken kan terugkomen. Partijen hebben een overeenkomst gesloten ertoe strekkende dat op de ten processe bedoelde locatie een ziekenhuis zal worden gebouwd, althans uit het definitief kiezen voor bedoelde locatie in combinatie met het volgen én doorlopen van zowel de publiekrechtelijke trajecten (wijziging bestemmingsplan, bouw- en andere vergunningen) als het privaatrechtelijke traject (gronduitgifte), kan zulks worden afgeleid. Daaruit kan niet anders worden geconcludeerd dan dat tussen partijen een perfecte overeenkomst tot stand is gekomen, aldus de Gemeente. 3.2 Nadat de Gemeente zich in beginsel kon vinden in de locatie Nieuwland is er - voornamelijk op verzoek van SSVZ - veelvuldig en uitvoerig overleg geweest over de uitgangspunten voor de nieuwbouw. Ter begeleiding van de uitvoering van de nieuwbouw(afspraken) is er op 11 maart 1999 een projectgroep geformeerd, waaraan SSVZ en alle relevante diensten van de Gemeente deel namen. Het overleg in deze projectgroep heeft ertoe geleid dat ook over de uitwerking van de planologische, bouwkundige en aanverwante aspecten overeenstemming is komen te bestaan. Dit alles heeft geresulteerd in het navolgende: de ontruiming van de te slopen huurwoningen is inmiddels uitgesproken en kan op korte termijn worden geëffectueerd; de benodigde ontheffing voor hogere grenswaarden geluidshinder is inmiddels verleend en alle daartegen gerichte beroepen zijn ongegrond verklaard; een aanvraag voor een milieu- en lozingsvergunning is ingediend en als ontvankelijk geoordeeld; de bouwvergunning voor het ziekenhuis is ingediend; saneringsplannen voor de diverse deellocaties op het perceel zijn inmiddels gereed; de sloopvergunning voor de huurwoningen is inmiddels afgegeven; een onteigeningsprocedure voor de laatste twee huurwoningen is in gang gezet; het bestemmingsplan is goedgekeurd. Het is juist dat dit plan door de voorzitter van de Raad van State op 11 september jl. is geschorst, maar gelet op de gronden voor die schorsing is deze makkelijk weg te nemen; voor vergunningverlening op grond van de Wet ziekenhuisvoorzieningen zijn geen belemmeringen meer. 4. Het verweer van SSVZ SSVZ concludeert tot afwijzing van de vordering van de Gemeente en haar veroordeling is de proceskosten. 4.1 In de kern voert SSVZ daartoe aan dat zij zich nimmer jegens de Gemeente heeft verbonden om het nieuwe ziekenhuis te vestigen op de locatie Nieuwland te Schiedam. Volgens SSVZ heeft zij met het oog op de oorspronkelijk beoogde nieuwbouw een beroep op de Gemeente gedaan (a) tot planologische medewerking, hetgeen geresulteerd heeft in het inmiddels goedgekeurde bestemmingsplan, en (b) om een milieu- respectievelijk bouw-vergunning te krijgen, maar met dit alles heeft zij de Gemeente slechts verzocht om de haar toegekende publiekrechtelijke taken te verrichten en niet méér dan dat. Er is geen sprake geweest van een privaatrechtelijke overeenkomst en er zijn evenmin toezeggingen gedaan omtrent gebruikmaking van voormelde vergunningen en planologische inpassing, aldus SSVZ. 4.2 Daarnaast voert SSVZ het verweer dat zij de laatste tijd in toenemende mate heeft geconstateerd dat voor nieuwbouw op die locatie slechts een gering maatschappelijk en politiek draagvlak bestaat. Ter adstructie van die stelling wijst het Ziekenhuis op de uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 1 september 2001 waarbij, bij wijze van voorlopige voorziening, deze het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland d.d. 8 mei 2001 (tot vaststelling van het bestemmingsplan) schorst. Volgens SSVZ is daarmee de mogelijkheid tot afgifte van de bouwvergunning voorlopig van de baan. SSVZ voegt daaraan toe dat nieuwbouw op de locatie van het oude Holy ziekenhuis sneller is te realiseren. 4.3 Voorts voert SSVZ het verweer zoals dat door haar raadsman, overeenkomstig overgelegde pleitnotities is voorgedragen. 5. De beoordeling 5.1 Het primair door de Gemeente gevorderde strekt tot nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, inhoudende dat SSVZ op de tussen partijen overeengekomen locatie Nieuwland haar nieuw te bouwen ziekenhuis bouwt. 5.2 De president stelt voorop, dat een dergelijke vordering in het kader van een voorlopige voorziening als een kort geding slechts dán kan worden toegewezen, indien tenminste (nagenoeg) onomstotelijk vast staat dat tussen partijen een perfecte overeenkomst met die inhoud wat de essentialia betreft, tot stand is gekomen en voorshands derhalve aangenomen moet worden dat ook de bodemrechter, indien deze wordt geadieerd, zal oordelen dat SSVZ haar daaruit voortvloeiende verplichtingen dient na te komen. 5.3 Vast staat dat de rechtsvoorgangster van SSVZ (besturen en directies van het Schieland ziekenhuis en het Holy Ziekenhuis) het advies van stedebouwkundig bureau Zandvoort hebben overgenomen en conform dit advies hebben gekozen voor de locatie Nieuwland als (bouw)locatie voor het nieuwe ziekenhuis. Blijkens het daarvan opgemaakte verslag is tijdens de 8e vergadering van het projectteam Ziekenhuis op 4 juni 1999 ten aanzien van de locatiekeuze nog eens herhaald dat dié keuze is gemaakt en dat daarover geen discussie meer is. 5.4 Daarnaast staat vast dat de Gemeente (planologische) werkzaamheden heeft verricht om ook de (rand)voorwaarden voor de nieuwbouw vervuld te krijgen. Tevens staat vast dat de gronduitgifte en -exploitatie op essentiële punten is geregeld. De Gemeente heeft activiteiten voorbereid om de grond bouwrijp te maken en noodzakelijke grondtransacties uitgevoerd. 5.5 Hoewel partijen het min of meer eens zijn over de berekeningstechniek van de grondexploitatie en het uitgangspunt van beide partijen is dat wordt gewerkt aan een kostenneutrale grondexploitatierekening van de percelen waarop de nieuwbouw van het ziekenhuis (en de parkeergarage) zullen worden gevestigd met een voor beide partijen transparante open boekhouding (dat blijkt ook uit de brief van SSVZ d.d. 8 september 1999), staat nog niet helemaal vast in welke vorm de grondexploitatie zal geschieden. Met name staat niet vast of de grond wordt verkocht aan SSVZ of haar in erfpacht wordt gegeven. Daarnaast staan ook de definitieve cijfers en berekeningen voor de grondexploitatie nog niet vast. 5.6 Op basis van het hiervoor overwogene wordt enerzijds aangenomen dat de rechtsverhouding tussen partijen méér is dan slechts de door SSVZ gestelde inspanningsverplichting aan de zijde van de Gemeente, maar leveren voornoemde feiten anderzijds evenwel nog niet de overeenkomst op als onder 5.1 vermeld en derhalve ook niet een perfecte overeenkomst in de hiervoor onder 5.2 bedoelde zin. 5.7 Dit betekent dat de primaire vordering van de Gemeente tot nakoming van de overeenkomst (lees: een veroordeling tot bouw van het ziekenhuis op de locatie Nieuwland) thans niet toewijsbaar is. 5.8 Het subsidiair door de Gemeente gevorderde strekt - zakelijk weergegeven - tot dooronderhandelen. De Gemeente staat op het standpunt dat indien de president ervan uitgaat dat op dit moment nog geen zodanige overeenstemming tussen haar en SSVZ zou bestaan dat gesproken zou kunnen worden van een SSVZ bindende overeenkomst waarvan de nakoming thans door de Gemeente zou kunnen worden afgedwongen, er toch in ieder geval sprake is van een gerechtvaardigd bij haar ontstaan vertrouwen in de totstandkoming van die overeenkomst, zodat SSVZ, gelet op het stadium van overleg en de mate van overeenstemming welke partijen hadden bereikt, zich daaraan in redelijkheid en billijkheid niet meer kan onttrekken, zodat de Gemeente kan verlangen dat SSVZ te goeder trouw dat overleg zal voortzetten zulks met de oprechte bedoeling om tot definitieve overeenstemming te komen. 5.9 De President is met de Gemeente van oordeel, dat partijen in een fase zijn waarin het aantal nog te regelen punten om tot algehele overeenstemming te komen zo gering is of van zo ondergeschikte betekenis is, dat de regels van de goede trouw worden geschonden indien één der partijen zich in die fase terugtrekt. 5.10 Het gaat om twee partijen die al haast meer dan tien jaar met elkaar praten en daadwerkelijk bezig zijn om op de reeds in een vroeg stadium van dat overleg gekozen locatie een nieuw ziekenhuis te bouwen respectievelijk aan die bouw haar medewerking te verlenen. In een dergelijk geval is bij het oordeel omtrent de vraag of het afbreken van de besprekingen/onderhandelingen onaanvaardbaar is wegens gerechtvaardigd vertrouwen in het totstandkomen van de overeenkomst, voor wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend hoe daaromtrent ten slotte, op het moment van afbreken, moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen. 5.11 Het valt in deze zaak op dat na tien jaren van (niet echt onderhandelen, maar meer) gestructureerd, regelmatig en al vér gevorderd overleg en samenwerking (waren er knelpunten dan werd een oplossing gevonden), SSVZ omstreeks begin september 2001 - voor de eerste keer en zonder vooraf ooit haar bedenkingen te hebben geuit, althans dat is niet gebleken - aan de Gemeente mededeelt dat van de bouw wordt afgezien en dat alsnog is gekozen voor nieuwbouw op het terrein van het Holy ziekenhuis te Vlaardingen, zulks terwijl partijen het eens zijn over een zeer groot aantal zaken en vrijwel alleen de modaliteiten van de grondexploitatie nog punt van discussie lijkt. 5.12 Het op deze wijze afbreken van de onderhandelingen, terwijl naar voorlopig oordeel aan de zijde van de Gemeente het gerechtvaardigde vertrouwen bestond - zulks mede tegen de achtergrond van de hiervoor onder 2. vermelde vaststaande feiten - dat bouw van het ziekenhuis op de locatie Nieuwland in het verschiet lag, is in beginsel onaanvaardbaar te achten. 5.13 Dit beginsel leidt uitzondering indien zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan die met zich mee brengen dat van SSVZ in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zij haar ziekenhuis op de ten processe bedoelde locatie bouwt. Dergelijke omstandigheden zijn evenwel niet gebleken. 5.13.1 In dit verband heeft SSVZ aangevoerd dat zij de laatste tijd in toenemende mate heeft geconstateerd dat voor nieuwbouw op de locatie Nieuwland slechts een gering maatschappelijk en politiek draagvlak in Schiedam is. Naar voorlopig oordeel is daarvan in onvoldoende mate gebleken. SSVZ verwijst naar een uitspraak van Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de Gemeente tot vaststelling van het bestemmingsplan “Ziekenhuis 1999” is geschorst. Gelet op de overwegingen van deze beschikking ligt het voor de hand dat partijen opheffing van deze schorsing (kunnen) vragen. Deze schorsing is immers mede gebaseerd op de uitlating van SSVZ “dat in beginsel wordt afgezien van de ontwikkeling van een ziekenhuis in het plangebied”. 5.13.2 Als reden voor haar koerswijziging voert SSVZ tevens aan dat het thans mogelijk is om zonder vertraging alsnog voor de locatie Holy ziekenhuis te kiezen en nieuwbouw aldaar sneller te realiseren dan thans het geval zou zijn. Tegenover de betwisting door de Gemeente heeft SSVZ voor die stelling evenwel onvoldoende gronden aangevoerd. Bovendien is niet gebleken dat SSVZ eerder bezwaar heeft gemaakt tegen bedoelde duur. 5.14 Deze overwegingen leiden tot de slotsom, dat de subsidiair gevorderde voorziening toewijsbaar is, zulks overeenkomstig het door de Gemeente geformuleerde petitum, doch met uitzondering van de gevorderde dwangsom. In de omstandigheden van het onderhavige geval, daarbij in aanmerking genomen de “persoon” van zowel eiseres als gedaagde, zomede in aanmerking genomen dat de vordering in wezen een onbepaald karakter heeft, wordt afgezien van het opleggen van een dwangsom. 5.15 De president voegt daaraan het volgende toe. Na te melden beslissing betekent dat partijen het overleg (zie r.o. 5.11) weer dienen te hervatten. Partijen zijn nog verdeeld over een aantal zaken. Die verdeeldheid sluit niet uit dat zij tegenover elkaar verplicht zijn met inachtneming van de eisen van de goede trouw eraan mee te werken dat dit overleg, voorzover mogelijk, tot het resultaat leidt dat partijen tot aan het afbreken van de besprekingen steeds, en al tien jaar lang, hebben beoogd. Partijen dienen dat overleg ook met de vereiste voortvarendheid voort te zetten, en wel in de stand waarin dit door SSVZ is afgebroken. Indien dat niet het geval is kan de meest gerede partij de president (opnieuw) adiëren. 5.16 SSVZ wordt geacht in dit stadium de verliezende partij te zijn; zij zal dan ook worden veroordeeld in de proceskosten. 6. De beslissing De president, gebiedt gedaagde tot alle noodzakelijke medewerking aan de besprekingen en onderhandelingen ten behoeve van afspraken met eiseres tot nieuwbouw van het ziekenhuis op de locatie Nieuwland, in het bijzonder aan de tot 28 augustus 2001 ten behoeve van bedoelde nieuwbouw lopende vergunnings- en ontheffingsprocedures en aan de tussen partijen bestaande projectgroep; veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure, tot aan deze uit-spraak aan de zijde van eiseres begroot op f 567,23 aan verschotten en op een bedrag van f 2.500,- aan salaris voor de procureur; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen is gewezen door mr. J.P.G. Poell, fungerend president, in tegenwoordigheid van mr. T.M. Rijppaert, griffier. Uitgesproken ter openbare terechtzitting.